Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [13]Jozef onderhield zijn vader, en zijn broeders, en het ganse huis zijns vaders, met brood, [14]tot den mond der kinderkens toe. 13. Naar de belofte gedaan boven, hfdst.45 vs.11, en herhaald onder, hfdst.50 vs.21. 14. Of, naar den mond des kleinen kinds, of des kindeken; dat is, naar den eis van het getal der kinderen. Anders, naar de gelegenheid, of wijze der kinderkens; dat is, zoals men de kindertjes pleegt te voeden, die men, zonder hun arbeid en verdienste, de spijs in den mond steekt.